Translate

Wednesday, August 17, 2022

Menno uses Psalm 12:(6)7

...in reference to Scripture.

De doop echter is ons allen tot een teeken der gehoorzaamheid door Christus bevolen, met welken men betuigt, als men hem ontvangt, dat men des Heeren woord gelooft, date men leedwezen en berouw heeft van zijn vroeger leven en dat men met Christus begeert op te staan tot een nieuw leven, en verzekerd is van schuldvergiffenis door Jezus Christus, maar niet, dat de doop zulks kan bewerken....

Baptism, however, is commanded to us all as a sign of obedience by Christ, by which, when received, one declares that one believes the word of the Lord, that one regrets and repents of one’s former life, and that one desires to associate with Christ; stand to new life, and is assured of forgiveness of guilt through Jesus Christ, but not that baptism can accomplish it...

Ziet, dat is de eenige en rechte grond van den doop, die volgens de Schrift bewezen kan worden. Dit leern en gebruiken wij – want wij weten, dat het des Heeren uitdrukkelijk woord in bevel is, aan hetwelk wij niets toedoen of afnemen mogen, opdat wij van God (die alleen een God en Heer van ons geweten is) niet ongehoorzaam en leugenachtig bevonden worden. “Want Gods woord is gelouterd,” Psalm 12:7, “en een schild voor al degenen, die daarop vertrouwen,” Psalm 25:7. 

Behold, that is the only and just ground of baptism which can be proved according to the Scripture. This we learn and use—for we know that the Lord’s express word is a command, from which we may neither add nor take away, lest we disobey and lie to God (who alone is God and Lord of our conscience), and not be found disobedient and lying. “For God’s word has been refined,” Psalm 12:7, and “is a shield for all those who trust in it,” Psalm 25:7.

Ach, God! wat doen toch de geleerden en meesters dezer wereld, die zoo ijverig Gods woord en wijsheid zoeken te verkleinen, en zoo heftig op hun eigen ver nuft en inzicht aandringen; het zal hun toch niet gelukken, want God wil zijn eer aan geen anderen geven. Hij is de Heere, dat is zijn Naam. En buiten Hem is er geen. Jesaja 42:8.

Ah, God! what do the learned and masters of this world, who so diligently seek to diminish God’s word and wisdom, and so vehemently press upon their own ingenuity and understanding; they will not succeed anyway, for God will not give his glory to others. He is the Lord, that is his name. And besides Him there is none. Isaiah 42:8.

Tractaten over den doop, het avondmaal, enz. voorafgegaandoor een kort levensbericht en M.S’. “uitgang van het Pausdom” (Treatises on Baptism, the Lord’s Supper, etc. preceded by a short life story and M.S.’s “exit of the Papacy”), Menno Simons (1496-1561), Amsterdam: Johannes Müller, 1892, pp. 36-37

No comments: